Trainen op de driving range & snel op naar de lente
Dit jaar wil ik met mijn handicap onder de 10 te komen. Negen komma negen; daar zou ik heel blij mee zijn. En niet door vier kaarten in te boeken waarop ik toevallig 38 stablefordpunten scoor. Nee, ik wil die 9,9 dan ook werkelijk spelen. Ook over 18 holes. Dat betekent veel oefenen, veel clubwedstrijden spelen, veel fitness-trainen en met regelmaat 18 holes veroveren. En ik ga er over schrijven. Over hoe ik dat ga bereiken. Lees met me mee hoe een relatieve, ja, ietwat pedante, middle aged golfer zichzelf van 11,2 naar 9,9 werkt.
Oefenen vind ik leuk, maar de driving range heb ik wel even gezien. Dus ging ik ondanks de koude een oefenronde lopen op de 9-holes-baan van mijn home course. Ik deed net of ik het niet erg vond dat de vlaggen wapperden in wit-gerijpte, wintergreens met daarin cups als emmers. Ik had een thermo-shirt aan dat aanvoelde als een harnas en ik voelde de inzet van de mouwen in mijn oksels snijden. Comfortabel is anders. In de baan leek het wel of elke bal op de sproeikop van de beregeningsinstallatie terecht kwam. Ze schoten alle kanten op. Wat een narigheid! Ik had juist bedacht elke korte slag met de sand- of gapwedge te doen, maar dat pakte totaal verkeerd uit. | Stekelige redding Een leuke bijkomstigheid van die koude weersomstandigheden dacht ik te zien in een balletje dat door mij op het ijs was geslagen. “Die ligt speelbaar in de waterhindernis”, bedacht ik blij. Stapvoets betrad ik de waterkant. Mijn club diende als wandelstok en ik nam mij voor om ín de waterhindernis de club als balansstok te gebruiken. De harde, oneffen ondergrond was spekglad. Mijn enkels zwikten alle kanten op en ik balanceerde op mijn net vernieuwde spikes. Ik gleed weg, maar was inmiddels in de hindernis dus mocht niet grounden. In een reflex pakte ik een tak. Duindoorns… Auw!! Ik kon voor geen mogelijkheid bij mijn balletje komen. Dan maar net doen of de bal is gezonken en met een strafslag een tweede bal inbrengen. |